In Kubernetes verzorgt een Deployment declaratieve updates van Pods en ReplicaSets. Dit betekent dat een Deployment aangeeft welke status Pods en Replicasets moeten hebben, bijvoorbeeld door Kubernetes objects te gebruiken. Daarnaast beschrijven ze ook alle gegevens met betrekking tot de containers die op de Pods moeten draaien. Om dit te bereiken hebben Deployments diverse opties, zo controleren ze bijvoorbeeld de health status van je pod en herstarten ze de container van de pod indien nodig.
Twee relatief simpele voorbeelden van de rol van Deployments, is het maken van een Apache Deployment met een aantal Pods, of het updaten van de gebruikte versie van een container image binnen een eerder aangemaakte Deployment. De Deployment Controller zorgt ervoor dat de gewenste status wordt bereikt, oftewel in het laatste voorbeeld dat de nieuwere container image versie gebruikt wordt..
Het aanmaken van een Deployment in Kubernetes is de aanbevolen manieren om pods te maken en beheren. Een praktisch voorbeeld van het maken van een Deployment vind je in onze 'Hello node'-handleiding, Kubernetes Deployments via YAML Objects, of neem ook een kijkje in onze handleiding 'Helm Charts gebruiken'.