Een volume in OpenStack is een blok opslagruimte (een soort virtuele harde schijf), die kan worden aangesloten op een OpenStack-instance. Volumes bieden duurzame en niet-vluchtige opslag: Dit betekent dat de gegevens bewaard blijven, ook al wordt de instance waar het volume aan gekoppeld is uitgeschakeld of verwijderd.
Hoe verschilt een OpenStack-volume van lokale schijfopslag?
Bij het aanmaken van een instance kun je kiezen om wel/geen volume aan de instance te koppelen. Kies je voor geen volume, dan gebruik je de ‘lokale schijf’ van je instance. Kies je voor een volume, dan wordt die lokale schijf niet gebruikt maar wordt een nieuw volume aangemaakt. In tegenstelling tot een lokale schijf, kunnen volumes dynamisch worden aangesloten of losgekoppeld van de instance waar die aan gekoppeld is.
Dit is ook direct het voordeel van een OpenStack-volumes. OpenStack-volumes bieden extra flexibiliteit en veiligheid. Ze kunnen makkelijk worden verplaatst tussen instances, helpen bij het maken van back-ups, en zijn ideaal voor data die regelmatig moet worden bewaard, zoals databases en gebruikersgegevens.
Kunnen OpenStack-volumes worden vergroot of verkleind?
Een volume kan wel worden vergroot, maar niet verkleind. Dit komt doordat wij geen inzage hebben in waar op de schijf de data staat opgeslagen en welke delen van het volume nog leeg zijn. Bij het verkleinen van een volume is de kans daardoor zeer groot dat er data verloren gaat.
Wat voor type volumes zijn er binnen OpenStack?
Binnen OpenStack bij TransIP komen de volume types voort uit twee verschillende soorten storage platforms. Deze twee storage platforms zijn CEPH en NetApp.
CEPH wordt beschouwd als geschikt voor toepassingen waar geen uitzonderlijk hoge lees en schrijfsnelheden van je opslag nodig zijn, terwijl NetApp-volumes beter geschikt zijn voor toepassingen die hoge disk-prestaties vereisen. Het belangrijkste verschil tussen deze storage types en hun bijbehorende volumes is de maximale lees en schrijfsnelheid, ook wel IOPS genoemd. Op deze pagina kan je de prijsverschillen zien tussen deze typen volumes.
Beide storage platforms kunnen gebruikt blijven worden naast elkaar. Het ene platform vervangt niet het ander platform. Ook kan je de volumes van beide storage platforms aanmaken op de TransIP OpenStack platformen AMS en AMS2.
Hieronder staat meer informatie over de soorten volumes die we hebben. We beginnen direct met het nieuwe storage platform NetApp.
NetApp-volumes:
NetApp-volumes, ook wel ‘Performance-volumes’ genoemd. Deze volumes hebben een maximum van 6000 IOPS. Deze volumes zijn met name ideaal voor gebruikers die snelle en efficiënte opslag nodig hebben voor veeleisende toepassingen. Deze volumes zijn ‘highly-available' mede dankzij geavanceerde ‘Raid-instellingen’ op de NetApp-machines. Ook is de veiligheid van NetApp storage hoogstaand.
CEPH-volumes:
Deze volumes zijn ideaal voor veelvoorkomende toepassingen zoals website- of applicatiehosting, gebaseerd op CEPH Je kunt kiezen uit SSD, NVMe en Archive en automatisch profiteren van 3x dataopslag voor optimale redundatie.
Encrypted volumes:
Binnen AMS2 kun je encrypted volumes aanmaken. Hiervoor gebruiken we ‘Linux Unified Key Setup (LUKS)’. De keys (sleutels) voor encryptie worden automatisch gegenereerd en veilig opgeslagen in de Secret Manager.
Koppel je een encrypted volume aan een instance, dan haalt de instance de key op uit de key manager, Barbican. Deze feature is exclusief voor onze CEPH-gebaseerde volumes.