NetApp is de naam van een bedrijf dat zich specialiseert in data-opslag en -beheersystemen. NetApp levert zowel de redundante hardware als software voor het opslaan, beheer, bescherming en behoud van data.
NetApp's oplossingen zijn ontworpen om het beheer van data over verschillende hybrid cloud omgevingen te vereenvoudigen en wordt gebruikt door nagenoeg alle grote cloud providers. Let wel dat dit artikel NetApp in brede zin beschrijft. Wij gebruiken (momenteel) niet alle beschreven features, maar vooral degene gericht op redundante dataopslag en hogere IOPS-performance (voor OpenStack-performancevolumes en PerformanceVPS'en).
Hoe werkt NetApp?
NetApp is erop gericht om eenvoudig en zonder issues te integreren in een scala aan IT-omgevingen. Hiervoor is NetApp's eigen besturingssysteem ONTAP een cruciaal onderdeel. Het levert opslagbeheer voor zowel on-premise als cloud-based systemen. In vogelvlucht werkt NetApp als volgt:
1. Verenigde opslagarchitectuur
-
ONTAP besturingssysteem: Het hart van NetApp's opslagoplossingen is het ONTAP-besturingssysteem. ONTAP biedt een verenigd opslagplatform met ondersteuning voor een scala aan protocollen, zoals NFS, SMB/CIFS, iSCSI, en Fibre Channel. Hierdoor kan NETAPP gebruiken van zowel file- (NAS) als block-storage (SAN) binnen één enkel systeem.
- Flexibiliteit: Dankzij de verenigde architectuur is het mogelijk om verschillende workloads op dezelfde opslaginfrastructuur te verwerken, van databases en virtuele machines tot grote hoeveelheden file storage.
2. Geavanceerde databeheerfeatures
-
RAID technologiën: NetApp maakt gebruik van geavanceerde RAID technologiën zoals RAID-DP (Double Parity) en RAID-TEC (Triple Erasure Coding, vergelijkbaar met RAID-DP maar dan met nog een derde parityschijf) om servers te beschermen tegen de gevolgen van het gelijktijdig uitvallen van meerdere schijven.
-
Snapshots: Een NetApp-systeem kan point-in-time snapshots maken van data met minimale performance impact. Deze snapshots kunnen gebruikt worden voor backups, quick restores van bijv specifieke bestanden, of het aanmaken van testomgevingen.
-
Deduplicatie en compressie: Ingebouwde data deduplicatie en compressie zorgen voor lagere kosten en een lagere ecologische impact.
- Thin provisioning: Schijfruimte wordt niet vooraf gereserveerd, maar naar behoefte toegewezen aan een volume. Het is wel belangrijk dat de beheerder zicht behoudt op de hoeveelheid beschikbare ruimte zodat er niet een tekort ontstaat wanneer er toch een grotere behoefte blijkt te zijn aan schijfruimte.
3. High Availability en schaalbaarheid
-
Geclustert opslagsysteem: NetApp ondersteunt clustering, waarbij meerdere storage controllers samenwerken om toegang tot data te garanderen. Raakt één controller onbereikbaar, dan neemt een andere controller automatisch de taken over.
-
Scale-Out architecture: NetApp is ingericht om te schalen: er kunnen meer nodes aan een cluster worden toegevoegd om de capaciteit en performance lineair te schalen.
- Redundante hardware: Veel onderdelen zijn ‘hot-swappable’. Schijven, voedingen, ventilatoren en I/O modules kunnen vervangen worden terwijl de server aan blijft. Schijven kunnen zelfs automatisch vervangen worden: de server heeft altijd enkele back-ups paraat om defecte schijven live te kunnen vervangen.
4. Security en compliance
-
Encryptie: Data wordt at-rest en in-transit versleuteld om gevoelige informatie te beschermen.
-
Access controls: Role-based access en integratie met directory services (bijv. AD DS) zorgen ervoor dat enkel geauthorizeerde gebruikers toegang tot data hebben.
- Compliance: NetApp laat zichzelf met regelmaat auditten en richt de systemen dusdanig in dat zij voldoen aan de richtlijnen van de GDPR en ISO27001.
Databeheer verspreid over verschillende server racks
In de datacenters die TransIP gebruikt wordt data opgeslagen in een groot aantal storage servers in verschillende server racks. NetApp's geclusterde architectuur en management tools ondersteunen het spreiden en beschermen van data over verschillende storage servers in verschillende racks.
-
Data distributie: NetApp's ONTAP gebruikt ‘Aggregates’ en ‘Volumes’ om data te spreiden over verschillende schijven en nodes. Aggregates zijn verzamelingen van schijven en volumes zijn virtuele containers die gebruik maken van Aggregates om data in op te slaan. Schematisch ziet dit er als volgt uit:
-
RAID en parity: Binnen iedere Aggregate, wordt data beschermd via RAID-DP of RAID-TEC (Raid 0 bij softwarematige ONTAP-oplossingen die partijen zoals AWS en Azure gebruiken), waarbij parity informatie verspreid wordt over verschillende schijven in verschillende racks. Als enkele schijven of zelfs een geheel rack onbereikbaar raakt kan de data aan de hand van die parity informatie opnieuw gereconstrueerd worden.
-
High availability pairs: Storage controllers zijn geconfigureerd in high-availability paren van twee, verspreid over verschillende racks. Als een controller in Rack A onbereikbaar raakt, neemt de partner het over zonder dat je daar in principe iets van merkt.
- Netwerk failover: NetApp's systemen ondersteunen een scala aan netwerkconfiguraties en kunnen automatische failovers uitvoeren tussen verbindingen als bijvoorbeeld een switch of verbinding in een rack onbereikbaar wordt (en de netwerkinfrastructuur redundant is uitgevoerd).